– Pak je spullen, we gaan naar Afrika, op safari.
– Gaan we dieren jagen?
– Ja, maar zonder te doden,
– Gaan we ze fotograferen?
– Ja, maar zonder camera,
– Met het oog?
– Bijna goed, met je ogen, je vingers, je brein, en je hart: Lionel Albertino is je gids….
Dit is een stukje (vrij vertaalde) inleiding uit het boek: “Origami Safari” van de Franse origami meester Lionel Albertino.
Om op safari te gaan, hoef je niet te reizen. Albertino zelf, is nooit in Afrika geweest. Toch heeft hij de dieren gevangen. Gevangen in een stuk vierkant papier. Na jaren van studie, onderzoek van foto’s en films.
Het e-boek is een heruitgave van de papieren versie, die twintig jaar geleden al het licht zag. Albertino heeft besloten om het boek nu gratis en legaal beschikbaar te stellen aan alle origami enthousiastelingen. Lionel Albertino wil met dit gebaar een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de origami kunst.
En een bijdrage is het! Ook al bestaat het boek al twee decennia, de modellen zijn en blijven actueel en de vouwsequenties zijn origineel en bieden volop ruimte voor eigen interpretatie.
Bovendien heeft Albertino ter gelegenheid van de heruitgave 20 unieke en zeer bruikbare pagina’s over het ontwerpen van origami modellen toegevoegd.
De struisvogel op de foto heb ik gevouwen uit 50 x 50 cm dubbelzijdig unryu papier. Dubbelzijdig papier is voor dit model wel aan te raden, want anders gaat de color change van het zwarte verendek verloren. Echter 2 lagen unryu wordt wel wat dik. Vandaar dat ik voor een groter formaat papier heb gekozen. Als je kleiner papier neemt, kom je lastig uit met de poten die uit veel lagen papier bestaan. Het gevouwen model is 26 cm hoog.
De diagrammen brengen je tot een vrij statische versie van de struisvogel.
Vanaf hier is het aan de vouwer om er leven in te brengen. Ik heb plaatjes van struisvogels bekeken op het internet en vervolgens door middel van ‘wet finishing’ de stand van de hals aangepast, details in de veren aangebracht en de positie van de poten veranderd.
Albertino vindt het belangrijk dat je veel aandacht besteedt aan het modelleren van het model. Hij zegt: 50% van het model is wiskunde, vouwen en 50% is artisticiteit, modelleren. De eerste helft is de schets, het skelet, het dode deel van het dier. Het tweede deel is de kleur, het vlees, het hart van het dier. Hij daagt de vouwer uit verder te kijken dan de diagrammen. Je moet proberen het dier te begrijpen.
In het boek staan Afrikaanse zoogdieren en vogels die je wel vaker ziet in origami. Een olifant, een neushoorn, een nijlpaard. Maar ook dieren die je minder vaak ziet in gevouwen versie: de gnoe, de hyena, de cheeta. Ik was direct helemaal weg van het stokstaartje. (Suricate).
Deze stokstaartjes zijn gevouwen uit 30 x30 cm tissue foil paper. Het uiteindelijke model is dan 12 cm. Hoog.
Elk model is voorzien van specificaties zoals suggesties voor de maat en de dikte van het papier dat je moet nemen. Daarnaast vermeldt Albertino de moeilijkheidsgraad. Intermediate en complex. De struisvogel en het stokstaartje zijn voorbeelden van intermediate modellen. Daarin zitten overigens ook weer (persoonlijke) verschillen. Ik vond de struisvogel een stuk ingewikkelder te vouwen dan het stokstaartje. Hoe dan ook, het is geen boek voor beginners.
Het laatste deel van het boek gaat over het ontwerpen van origami modellen.
Albertino laat verschillende ontwerpmethodes zien. Hij illustreert de verschillende benaderingen met heldere denkstappen en duidelijke afbeeldingen.
Ik ga deze oefeningen zeker uitproberen. Daarover meer in een volgend blog!
Ga dan naar www.origami-shop.com
en zoek onder ‘books’ naar free e-books.
Zo’n reis door Afrika zou ik ook wel willen maken. Maar gelukkig hebben we je struisvogel op het blog.
I love both those photos and this book looks great. I’ll definitely check it out.